top of page
iStock-156795989_header_edited.jpg
TIVOA-logo-RGB.png

Werken aan taaldoelen, ik?

De vijf vuistregels van effectieve didactiek

Veel vakdocenten deinzen terug voor het idee om met studenten te werken aan taaldoelen. Er wordt vaak gedacht dat werken aan taaldoelen ingewikkeld en tijdrovend is; alsof we niet al genoeg te doen hebben. Daarnaast denken veel docenten dat ze zelf niet goed genoeg  zijn in spelling of grammatica. Dus werken aan taal? Daar hebben we de docent Nederlands voor! 

 

Het goede nieuws is: werken aan taalvaardigheid gaat helemaal niet over spelling en grammatica. Het is echt niet nodig om zelf heel goed te kunnen spellen of mooie zinnen te kunnen formuleren. We kunnen allemaal, met behulp van simpele didactische principes, een rol spelen in het vergroten van de taalvaardigheid van onze studenten. In het beroepsonderwijs gelden de 5 vuistregels van effectieve didactiek als een belangrijk uitgangspunt voor taalontwikkelend lesgeven.

​​

  1. Werk doelgericht aan taal en vak door betekenisvolle en concrete lesdoelen te formuleren. Studenten leren actiever en de resultaten zijn beter als helder is waar ze naartoe werken en als het nut ervan duidelijk is. Om dit te bereiken kunnen de docenten lesdoelen zichtbaar maken, goede voorbeelden laten zien en specifieke taaldoelen te stellen.
     

  2. Zorg voor leerzaam taalaanbod door het aanbod af te stemmen op de doelgroep. Houdt rekening met de zone van naaste ontwikkeling en sluit aan bij de belevingswereld en de beroepscontext van de student. Dit kunnen docenten doen door te variëren in de werkvormen, gericht ondersteuning te geven op taal en aanpak en door studenten een actieve taak te geven.
     

  3. Werk aan woordenschat door aan bij het lesontwerp een aantal doelwoorden te bepalen die de studenten moeten kennen en laat de studenten deze doelwoorden meteen gebruiken en herhalen. Betrek de studenten bij het zoeken naar de betekenis en laat ze de doelwoorden en betekenis opnemen in een woordenlijst.
     

  4. Stimuleer toepassing en interactie; dit zorgt ervoor dat studenten kennis productief maken. Dit kun je als docent bijvoorbeeld begeleiden door het stellen van open en persoonlijke vragen en door het stimuleren van samenwerken.
     

  5. Geef feedback op zowel inhoud, taal als aanpak en maak inzichtelijk op welke punten de student beoordeeld wordt.

​

En 't kofschip?  Dat blijft gewoon bij de docent Nederlands!

De 5 vuistregels voor effectieve didactiek:

  • Werk doelgericht aan taal en vak door betekenisvolle en concrete lesdoelen te formuleren.

  • Zorg voor leerzaam taalaanbod door het aanbod af te stemmen op de doelgroep.

  • Werk aan woordenschat.

  • Stimuleer toepassing en interactie.

  • Geef feedback op zowel inhoud, taal als aanpak.

TIVOA-logo-RGB.png

© 2023 - Sara Wolvenne

​

bottom of page